
1. Herkennen hoe AI in alledaagse technologie wordt toegepast
- Voorbeelden in het dagelijks leven: Mensen die AI-geletterd zijn, herkennen hoe AI wordt gebruikt in technologieën zoals:
- Zoekmachines (Google gebruikt AI om zoekresultaten te rangschikken op basis van relevantie).
- Spraakassistenten (zoals Siri, Alexa, en Google Assistant, die AI gebruiken voor spraakherkenning en interpretatie).
- Aanbevelingssystemen (bijvoorbeeld Netflix en Spotify, die AI gebruiken om persoonlijke aanbevelingen te doen op basis van kijk- of luistergedrag).
- Het herkennen van patronen: Ze begrijpen dat AI werkt door patronen in data te analyseren en voorspellingen te doen.
- Praktische kennis: Ze kunnen bewust technologie kiezen of aanpassen op basis van hoe AI daarin werkt.
2. Kritische vragen stellen over de ethiek en bias in AI-modellen
- Ethiek:
- Voorbeeldvragen: “Wie bepaalt hoe het AI-model beslissingen neemt?” of “Wordt AI op een eerlijke en transparante manier gebruikt?”
- Mensen begrijpen de impact van AI op privacy, sociale ongelijkheid en besluitvorming.
- Bias:
- Wat is bias in AI?: Bias ontstaat wanneer AI-modellen verkeerde of eenzijdige resultaten geven, bijvoorbeeld door discriminerende datasets.
- Voorbeeld: AI-modellen voor gezichtsherkenning presteren vaak slechter bij mensen met een donkere huidskleur vanwege een gebrek aan diversiteit in de trainingsdata.
- Actie ondernemen: Kritisch denken helpt gebruikers om te beoordelen of AI eerlijk en ethisch wordt ingezet.
3. Effectief samenwerken met AI-systemen of gebruik maken van AI-tools
- Interactie met AI:
- Gebruik van tools: Mensen leren werken met toepassingen zoals ChatGPT, AI-beeldgenerators (zoals DALL-E) of AI-software in een professionele context.
- Optimaliseren van interacties: Weten hoe ze goede vragen of opdrachten kunnen geven aan AI-systemen (bijvoorbeeld duidelijke en specifieke instructies formuleren).
- Samenwerking:
- Mensen + AI: Begrijpen dat AI geen vervanging is voor menselijk werk, maar een hulpmiddel dat het werk efficiënter of creatiever kan maken.
- Gebruik in specifieke domeinen: In de zorg (diagnoses ondersteunen), onderwijs (gepersonaliseerd leren) of kunst (creatief ontwerpen).
4. Bewust zijn van de impact van AI op werk, onderwijs en de samenleving
- Werk:
- Automatisering: AI neemt repetitieve taken over, wat kan leiden tot banenverlies in bepaalde sectoren, maar ook nieuwe kansen creëert (bijvoorbeeld data-analisten, AI-specialisten).
- Menselijke vaardigheden: Mensen moeten zich aanpassen door vaardigheden te ontwikkelen die moeilijk te automatiseren zijn, zoals creativiteit, empathie en kritisch denken.
- Onderwijs:
- AI als hulpmiddel: AI kan leren personaliseren (zoals door apps die leerstof aanpassen aan de voortgang van de student).
- Kritisch leren denken: Onderwijs moet jongeren helpen AI te begrijpen, zodat ze niet alleen gebruikers, maar ook ontwerpers van AI-systemen kunnen worden.
- Samenleving:
- Machtsverdeling: Grote techbedrijven hebben veel invloed door hun AI-systemen, wat vraagt om regulering en democratische controle.
- Diversiteit en inclusie: AI moet zo worden ontwikkeld dat het iedereen ten goede komt, ongeacht culturele, economische of sociale verschillen.
Conclusie
AI-geletterdheid gaat veel verder dan alleen het gebruiken van AI-technologie. Het vraagt om begrip, kritisch denken en actieve deelname aan het gesprek over hoe AI onze wereld vormt. Door deze aspecten uit te werken, kunnen mensen op een verantwoorde en effectieve manier omgaan met AI.